In 2016 lanceerde schrijfster Anke Siegers haar pleidooi voor een transformatie in het sociaal domein met de publicatie van haar boek De nieuwe route. Dat gaat over anders denken en organiseren; mét mensen plannen maken in plaats van het voor ze te doen. Hoe kijkt Anke vanuit die visie naar het probleem van het bemensbaar houden van de zorg? Aan Zorg voor innoveren vertelde ze wat die kanteling in denken en doen zou moeten betekenen.

“Bemensbaarheid is een probleem in de uitvoering van zorg, maar ook in de regievoering,” stelt Anke vast. “‘De nieuwe route’ betekent samen met de mensen waarover het gaat, besluiten over dingen die belangrijk voor ze zijn. De inzet daarvan zal natuurlijk tijd kosten. Meer tijd dan gewoon praten met de mensen en zelf bedenken wat de beste oplossing is. Organisaties en gemeenten ervaren dat ook. Maar diezelfde gemeenten geven aan dat als ze het wel doen, het uiteindelijk tijd oplevert.” 

De nieuwe route

De nieuwe route zoals Anke die voor zich ziet, zorgt voor hernieuwd eigenaarschap over de situatie en de oplossingen bij alle betrokkenen samen. Het is een kanteling in denken, organiseren en doen met als doel een gelijkwaardige samenwerking tussen cliënt en organisatie, inwoners en overheid, leefwereld en systeemwereld.

“In de huidige route naar ondersteuning in het sociaal domein lopen mensen steeds vaker vast,” stelt Anke. “Met de beste bedoelingen worden er plannen gemaakt vóór de patiënt of cliënt in plaats van mét de mensen die wakker liggen van diens situatie. Betrokkenen ervaren hierdoor niet dat de situatie nog van hen is. Het verlies aan eigenaarschap leidt tot afstand en wantrouwen. Binnen het huidige systeem ben ik bijvoorbeeld hoofdmantelzorger voor mijn ouders. Maar rond mijn ouders zijn er veel meer mensen; mijn man, mijn zusters, vrienden en familie van mijn ouders, volwassen kleinkinderen. Er zijn dus veel meer betrokkenen dan nu worden gezien door professionals.” Wanneer mensen mogen meebeslissen, zijn ze veel meer geneigd om ook mee te helpen, omdat de oplossingen van hen zelf zijn en de nodige activiteiten bij hen passen. 

Zijn mantelzorgers de oplossing voor alles?

Maar dat de volledige oplossing voor de bemensbaarheid in de zorg moet komen van het netwerk van mantelzorgers, is een misvatting volgens Anke. Het draait meer om de vraag wie zich betrokken voelen bij iemand. Anke: “Wat zou nou de moeite zijn om eens te vragen wie het belangrijk vindt dat mevrouw De Vries weer gelukkig is, in plaats van een intakegesprek bij een zorgverlener. Het kan dan gaan over: hoe kunnen we samenwerken? Dat is niet mensen voor het karretje van de zorg spannen maar mensen het recht geven om mee te beslissen. Als die vraag niet wordt gesteld, dan komt de kring van potentiële mantelzorgers en zorgverleners nooit bij elkaar en gaan professionals allerlei gaten invullen, soms met vrijwilligers die niemand kent. Als we uitgaan van wie het belangrijk vindt dat mensen zelfstandig blijven wonen, blijken er veel meer mensen te zijn. Dit hoeft niet ook altijd het sociaal netwerk te zijn.”

Hoe het ook kan

De gemeente Noordoostpolder heeft een team ‘Samen Besluiten’ ingericht. Mensen met een probleem komen binnen via een aanmeldpunt. Er wordt beoordeeld of het gaat om een simpele kwestie of dat er meer aan de hand is. In dat laatste geval gaat het meteen door naar het team dat een bredere kring van mensen betrekt.
Anke deelt een ervaring: “In een Samen Besluiten-webinar vertelde iemand over zijn zorgen om een vriend die steeds meer ging drinken. Als zo’n vraag bij een wijkteam van een gemeente binnenkomt, wordt die meestal niet opgepakt omdat de hoofdpersoon zelf zijn probleem moet melden. In dit geval pakte het team Samen Besluiten het wel op en is gaan navragen wie zich ook zorgen maakte. Dat bleek een hele vriendengroep te zijn. De procesleider en die groep zijn toen in gesprek gegaan met die vriend. Resultaat was, het klinkt als een sprookje, dat deze meneer van de drank af is geraakt. Dat scheelt de samenleving enorm veel op termijn.” 

Gemeenten moeten preventief gaan werken, vindt Anke. Maar vaak vormen tekorten een bottleneck; ze weten dat het wat kan opleveren maar ze kunnen niet beginnen. “De professionals moeten de kans krijgen om binnen het systeem voldoende tijd te investeren. Er moet iets veranderen – soms letterlijk in hun computersystemen – om uren te kunnen schrijven. En ze moeten leren om niet in hun eentje te analyseren, maar samen met alle betrokkenen te besluiten.” 

Tijd voor overleg met betrokkenen

Anke heeft een voorbeeld van hoe gemeenten het anders kunnen aanpakken. “Ik weet dat er geldstromen gingen naar Groningen vanwege de aardbevingsproblematiek. Een voorwaarde voor ontvangende gemeenten was dat besluiten over de besteding van het geld samen met de gemeenschap moesten gebeuren. Verschillende gemeenten hadden binnen een paar dagen hun plannen klaar. Maar één gemeente zei het eerst te willen bespreken met de mensen in de wijken. Die werd een beetje uitgelachen, je moest er toch klaar voor zijn? We kunnen niet tegelijk gisteren al willen weten wat het antwoord is én ook iedereen laten meebeslissen. We moeten accepteren dat, als je met alle betrokkenen gaat besluiten, je niet van tevoren weet wat daar uit zal komen. Als we geld meegeven aan gemeenten, moet dat onder de harde voorwaarde dat de besluiten hierover worden genomen met de mensen uit de samenleving. Overheden moeten hier voor gaan en daarmee draagvlak en eigenaarschap creëren. Dit is meer vooraf faciliteren dan achteraf reageren. En het moet minder vrijblijvend zijn. Het moet niet de vraag zijn ‘kúnnen we hiervan een plan maken met alle betrokkenen?’ maar ‘laten we hiervan een plan met alle betrokkenen máken!”