Werkt mijn innovatie zoals beoogd?

Jij ziet dat het anders kan, dat het beter kan en jouw innovatie gaat hiervoor zorgen. Dat weet je zeker. Maar is dit ook zo? Werkt jouw innovatie zoals je denkt?

Voordat je deze vraag stelt, moet je je eerst eens afvragen: wat doet mijn innovatie in de praktijk? Hoe ziet die praktijk er precies uit?

De praktijk is vaak anders dan je had gedacht, en geen enkele is hetzelfde. Jouw innovatie heeft daardoor vaak ook andere, onverwachte gevolgen in die praktijk. En die gevolgen pakken niet altijd positief uit. Het verschil tussen succes en falen zit soms in de kleinste details. Je kunt van tevoren niet alles weten en daarom moet je jouw innovatie dan ook eerst op een aantal plaatsen in de praktijk laten uitproberen.

Open blik

Je vergroot de kans op een geslaagde innovatie als je een open blik houdt en niet alleen kijkt naar de ervaringen die jouw verhaal bevestigen.

Een jonge zorgvernieuwer met passie om mensen met dementie meer eigen regie te geven heeft een mooie sprekende klok ontwikkeld. Deze klok herinnert mensen met dementie aan dagelijkse activiteiten zoals het zetten van een kopje koffie. De zorgvernieuwer verwacht dat mensen met dementie zelfstandiger worden door deze klok.

In de praktijk blijkt echter dat een deel van de mensen met dementie er afhankelijk door wordt en passief gedrag gaat vertonen. Men gaat bij de klok zitten wachten totdat deze weer gaat spreken.

Dit gevolg was iets dat de zorgvernieuwer absoluut niet van tevoren had ingeschat en ook mee moet nemen in de verdere ontwikkeling van zijn innovatie.

Tip:
Vergeet nooit de eindgebruiker. Betrek vroegtijdig de patiëntenvereniging of (wetenschappelijke) beroepsvereniging bij de ontwikkeling van je innovatie, zodat deze is afgestemd op de praktijk.