Om ook in de toekomst verzekerd te zijn van kwalitatief goede en betaalbare zorg, zijn innovaties van groot belang. De meeste innovaties kunnen binnen de bestaande regelgeving worden gefinancierd, maar voor sommige (kleinschalige) innovaties is dat lastig. De NZA heeft per 1 januari de beleidsregel Innovatie voor kleinschalige experimenten uitgebreid, om zo meer mogelijkheden te bieden om te experimenteren.

Bernard Creutzburg en Harm Lieverdink van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) leggen uit wat er precies veranderd is aan de beleidsregel.

Adviescommissie

‘Als NZa zoeken we altijd manieren om innovatie in de zorg te bevorderen’, legt Creutzburg uit. ‘Het aanpassen van een beleidsregel is daarbij een van onze instrumenten. De NZa heeft adviescommissies waar vertegenwoordigende partijen uit de markt in zitten, zoals tandartsen en ziekenhuizen. Die mogen reageren op conceptvoorstellen van beleidsregels, maar ook op vragen die wij ze stellen.’

Dat laatste is in dit geval gebeurd. ‘We hebben ze gevraagd wat er beter kon aan de beleidsregel innovatie. Daarop gaven meerdere partijen aan dat de periode om experimenten goed uit te kunnen voeren vaak te kort is. Vanaf 1 januari 2017 kan een experiment daarom met maximaal twee jaar worden verlengd.’

Sneller declareren

Daarnaast gaven de organisaties aan moeilijkheden te hebben met de financiering bij de start van een innovatie. Lieverdink: ‘In de beleidsregel is vastgesteld dat innovatoren sneller een zogeheten “prestatie” kunnen krijgen, een titel waarop ze kunnen declareren. Dat is van belang omdat in de beginfase van een innovatie de zorg nog niet betaald kan worden omdat het nieuw is. Dankzij deze regel kan de zorgaanbieder nu een declaratie indienen bij de zorgverzekeraar en weet de verzekeraar om welke innovatie het gaat.’

Eerste aanvraag

Vanuit de forensische zorg is er al direct een aanvraag binnengekomen, vertelt Creutzburg. ‘Dit was een van de partijen die aan had gegeven aan te lopen tegen het maximum van drie jaar experimenteren. We verwachten in de komende periode nog meer aanvragen. De partijen die er het meest baat bij hebben zijn die met lopende experimenten. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat ze een te kleine onderzoekspopulatie hebben gekozen in hun experiment en dit eigenlijk groter moeten aanpakken. Die ruimte kunnen ze nu krijgen.’

Innovatoren helpen

Beleidsregels zijn een belangrijk instrument voor de NZa, maar Lieverdink en Creutzburg zien ook andere mogelijkheden om innovatoren te helpen. ‘Naast dat we deze aanpassing natuurlijk gaan promoten in de komende periode, gaan we proactiever innovatoren benaderen en hulp bieden. We merken namelijk dat er veel behoefte is aan informatie, met name betreffende financiering. We willen ervoor gaan zorgen dat innovatoren eerder bij ons terechtkomen met die vragen’, legt Lieverdink uit.

‘Dat past ook in de missie van de NZA’, vult Creutzburg aan. ‘Innovatie is een belangrijk onderwerp voor ons, maar er is meer. We krijgen bijvoorbeeld veel vragen over hoe eHealth moet worden betaald. Zelf is onze indruk dat onze regels veel mogelijk maken, maar kennelijk is de perceptie dat het moeilijk ligt. Daar willen we in de komende periode concreet stappen in gaan zetten. Deze maatregel is in ieder geval een mooi begin. We vestigen hiermee nogmaals de aandacht op de beleidsregel en hopen dat er veel gebruik van wordt gemaakt. Er is veel maatwerk mogelijk.’