De regeling voor Implementatie- en Opschalingscoaching (IOC) van Zorg voor innoveren heeft aanvragers mooie resultaten bezorgd. Een flink aantal zorginnovaties is daarmee een stap dichter bij structurele toepassing gekomen. De zesde ronde van de originele IOC-regeling werd afgesloten in 2022. Een nieuwe ronde richt zich op Ouderen Thuis. In deze interviewreeks spreken we maandelijks met een IOC-aanvrager, waarbij we ingaan op de rol van regionale samenwerking bij innovatie. Dit keer spreken we met Annemarie Johannes, medeoprichter en directeur van Anne4Care, over hun virtuele assistent. 

 Anne4Care is e-health met een hi tech – hi touch, een digitale assistent die mensen met een zorgvraag virtueel ondersteunt. Het is een avatar met gezichtsuitdrukkingen die dagstructuur biedt. Onder andere door een agenda en beeldbellen. Anne luistert, reageert en helpt herinneren. “Het is een ondersteunend maatje,” legt Annemarie uit. “De toepassing gaat straks ‘Thuis met Anne’ heten.” Anne is mede ontwikkeld via de ZonMw subsidie Active & Assisted Living (AAL). Voor het implementeren vroeg Anne4Care een IOC-voucher aan. “Want we merkten dat we een goede ontwikkelclub zijn, maar een niet zo fantastische verkoper,” vertelt Annemarie. “En dat is bij opschaling natuurlijk lastig. Binnen Europa zijn nu zo’n 750 Annes aan het werk bij mensen thuis. In Nederland ook bij Turkse migranten-ouderen in huis, in hun eigen taal. Net als bij de Nederlandstalige ouderen zijn deze mensen niet zo digivaardig. Daar komt bij dat de Turkse ouderen ook vaak laaggeletterd of zelfs analfabeet zijn. Daar is Anne een nuttige ondersteuning, waardoor mensen langer zelfstandig kunnen blijven.”

Toegevoegde waarde van de coach

“We hebben gezocht naar iemand met een groot netwerk binnen de zorg; als ontwikkelaar heb je dat niet. Het kiezen van de coach is heel belangrijk. Dat zit ‘m in de voorbereiding. Dat je een coach vindt die jouw taal spreekt, die begrijpt waarmee je bezig bent en ervaring heeft. Dat is al best lastig omdat de zorg het al zo druk heeft. Het indienen voor de regeling kost serieus tijd, maar Zorg voor innoveren heeft ons daarbij goed geholpen.”

“Samen met de coach hebben we eerst bepaald wat de meest voordehand liggende doelgroepen zijn; de thuiszorg bleek de belangrijkste. Dat is uitgemond in een landingspagina specifiek gericht op de thuiszorg, die binnenkort beschikbaar komt. Een resultaat dat wij tevoren niet hadden bedacht maar het is belangrijk digitaal goed zichtbaar te zijn, als mensen je willen vinden en benaderen. Ik kwam met de coach tot de conclusie dat Anne eigenlijk gratis zou moeten zijn. Want het is een preventieve tool. Maar dat is niet zo gemakkelijk geregeld.”

Financiering: verschillen in regels

“We hebben de inzet van Anne met diverse thuiszorgorganisaties besproken, die allemaal reageerden ‘interessant, maar hoe werkt de structurele financiering?’ Vanuit het drie jaar durende AAL-project weet ik hoe lang je voor iemand de overstap naar het verzorgingshuis kunt uitstellen, door de ondersteuning van e-health. Al gaat dat slechts over maanden, het blijft een forse besparing als je berekent wat een dag in een verpleeghuis kost. Dat is voor mij het begin van het gesprek met zorgverzekeraars. Voor de Wmo heeft bijna iedere gemeente een andere invulling van de regels. We hebben samen met Ecorys Consultancy een businesscase ontwikkeld die aantoont aan dat Anne 1,5 uur per week per cliënt bespaart. Toch zijn er meerdere organisaties die de tool niet wilden inzetten. Omdat zij bijvoorbeeld gekort werden nadat ze een besparing hadden gerealiseerd. Mede daardoor vind ik het moeilijk om die stap naar de zorgverzekeraars te doen.”

De werkvloer meekrijgen

De zorg vindt digitaliseren lastig, is de ervaring van Annemarie. “Banken zijn ons voorgegaan in digitaliseren. Die hebben hun hele dienstverlening gedigitaliseerd, je spreekt er bijna geen mensen meer. Dat zou de zorg ook moeten doen. Digitaal als uitgangspunt; als het moet en kan met menselijke ondersteuning. Zoals het nu georganiseerd is, is niet meer van deze tijd. Er zijn te veel tekorten. Als we niet breed digitaliseren, en daarmee tijd vrijmaken om menselijke aandacht en hoge kwaliteit van zorg kunnen bieden, dan komen we er niet.”

En dan is er de hobbel op de werkvloer; de zorgmedewerkers. Die hebben niet de zorg gekozen om met digitale toepassingen aan de slag te gaan. “Er was een enorme inspanning nodig om ze mee te krijgen,” zegt Annemarie daarover. “Hun eerste reactie is: mensen willen het liefst menselijke zorg. Maar uit een onderzoek dat we deden onder 100 ouderen blijkt het tegenovergestelde. Ouderen vinden het fijn verzorging te krijgen als het echt nodig is. Maar het telkens wisselen van verzorger vinden ze heel lastig. Ze hebben liever een vaste verzorger, niet steeds iemand anders die zegt dat ze hun pillen moeten innemen. Een groot aantal gaf aan dan liever een medicijndispenser of een Anne te hebben. Uit hetzelfde onderzoek bleek het belang van eerder beginnen met digitaliseren bij cliënten. Wij hebben veel mensen met lichte tot milde dementie. Dan is het nog moeilijker als ze niet digivaardig zijn. Dus in een eerder stadium laten kennismaken met en wennen aan, zou erg helpen.”

E-health is onvoldoende ingebed

Het gebrek aan technisch onderlegde mensen op de juiste posities ziet Annemarie als een probleem als het gaat om de groei van e-health. “Ik heb gekeken naar raden van bestuur en advies bij zorgorganisaties in diverse regio’s. Daar blijkt vaak een technische man of vrouw te ontbreken. Dat vind ik bijzonder in deze tijd. Bij te weinig zorgorganisaties zit een ICT-er in de raad van bestuur of in een klankbordgroep. Er is dus niemand om een visie op ontwikkelen en inzet van automatisering deskundig aan te sturen,” verzucht Annemarie. “En daarnaast moet een e-health product structureel deel uitmaken van het werkproces van zorgverleners. Met andere woorden; zorgverleners moeten extra tijd/uren krijgen voor inzet e-health om op te starten, anders blijft het maar een gadget. Met een enthousiaste stagiair kan het een half jaar goed gaan maar die vertrekt weer en er komt een nieuwe. Het moet net zo gewoon worden als het aantrekken van steunkousen. En je moet er de uren voor kunnen schrijven, anders gaat het niet landen.”

De volgende stappen

Wat zijn de plannen, nu Anne stevige voet aan de grond lijkt te hebben? “Voor een klein bedrijf zoals wij dat zijn, vind ik het super lastig om de zorg als geheel te kunnen overzien. Daarom ben ik blij met onze keuze voor thuiszorg, maar sta nog maar aan het begin van het vinden wat de juiste weg is,” erkent Annemarie. “Maar samen met het hoger onderwijs, bijvoorbeeld met Jan Jukema, lector Gepersonaliseerde Zorg bij Saxion University of Applied Sciences in Enschede en met Minjou Lemette, O.T.Lecturer/Researcher assistive technology aan de Rotterdam University of Applied Sciences, hebben we bedacht de samenwerking met opleidingen te vergroten. Om vooral jonge mensen die in opleidingen zitten, kennis te laten maken met e-health. Zodat ze dat als alternatief kennen, wanneer ze op een stageplek komen.”

Nieuwe ronde IOC-regeling

Op 12 september gaat ronde 2 van de regeling Implementatie- en opschalingscoaching Ouderen Thuis open. Deze regeling wil bijdragen aan het beter, sneller en duurzamer implementeren en opschalen van zorginnovaties. Die innovaties maken het voor ouderen mogelijk langer zelfstandig thuis te wonen.