In de praktijk brengen
Een pilot is de meest bekende vorm om een e-health-toepassing in de praktijk uit te proberen.
Verder bestaan ook de BISS-methode en het label als organisatievorm. Welke vorm geschikt is voor het testen van je e-health-toepassing, hangt af van organisatie en omgeving.
Organisatievorm: pilot
Zet je een pilot in? Doe dan eerst met je collega’s een interne pilot. Bedenk hiervoor veelvoorkomende gebruikersscenario’s en doorloop deze afwisselend als medewerker en als cliënt. Het is ook leerzaam om te zoeken naar manieren om het gebruik van de e-health-toepassing te saboteren. Hierdoor leer je sabotage en weerstand te herkennen en krijg je informatie over wat er nog aangepast moet worden. Bespreek ook met collega’s de praktijksituatie waarbij je, in bijzijn van cliënten, aanloopt tegen iets waarvoor je de oplossing niet direct paraat hebt. Verken daarbij wat ieders neiging zou zijn, hoe je zou omgaan met de situatie en wat er gedaan moet worden om ervan te leren en herhaling te voorkomen. Met dergelijke gebruikersscenario’s doe je ervaring op in een veilige context en begin je beter voorbereid aan de echte pilot met cliënten.
Organisatievorm: BISS
De Noord-Koreaanse BISS-methode staat voor Because I Say So. In veel gevallen werkt dit in Nederland minder goed, maar afhankelijk van de situatie kan deze methode soms erg effectief zijn. Bijvoorbeeld als de verandering een verplicht nummer is. Neem bijvoorbeeld een veiligheidsupdate van een applicatie/ systeem, een nieuwe richtlijn of de AVG. Een mildere variant van de BISS-methode is bijvoorbeeld je organisatie voorbereiden op een nieuw elektronisch cliënten-/patiëntendossier. Door op een gezette datum het oude systeem uit te schakelen en het nieuwe in te schakelen ‘dwing’ je af het nieuwe systeem te gaan gebruiken.
Organisatievorm: label
Bemerk je in je eigen organisatie weinig ruimte of ontvankelijkheid voor e-health-toepassing? Dan kan een nieuw op te starten label of organisatieonderdeel ook een goede setting zijn om de e-health-toepassing uit te proberen. In deze variant koppel je het label (deels) los van de bestaande organisatie waarmee je ruimte maakt om de nieuwe dienstverlening uit te proberen zonder tijd te hoeven besteden aan het overtuigen van tegenstanders. Feitelijk werk je enkel met voorstanders van de nieuwe dienstverlening. Het voordeel is dat je verandermanagement en organisatieverandering grotendeels achterwege kunt laten en de nieuwe dienstverlening gemakkelijker kunt organiseren en profileren. Verkijk je echter niet op het werk van het opzetten van een dergelijke organisatievorm. De vorm is vooral geschikt als het gaat om een in grote mate vernieuwde dienstverlening. Zoals een GGZ-instelling die een behandelaanbod wil gaan bieden dat grotendeels bestaat uit online behandelingen. Daarbij kan het uiteraard alsnog verstandig zijn eerst een pilot te doen.